Voor het eerst in zijn leven kijkt hij er niet naar uit. “Ik hoef helemaal geen tiener te worden, het is zo fijn om negen te zijn,” fluistert hij ons op zijn oudejaarsavond toe. De ontvangen cadeaus, maar vooral het gezelschap dat met hem zijn verjaring viert, maken alles goed.

“Ik vind het zó leuk!”, glimt zoonlief op zijn verjaardag. Ik vind het leuk. Een zin die míj dan weer met nostalgie vult. Want, zoals mijn favoriete bakker op zoontjeslief verjaardag zegt, nondeju, wat hebben we die zin – op zijn manier – vaak gehoord.

Leuk voor later, voorspelden we al toen hij enthousiast begon te wijzen. Stelt u zich een Franse supermarkt voor. Zo’n magazijn waar het normaal is om naast een pak suiker een vrieskist in je wagentje te leggen. Zo’n winkelwagen waar we zoontjelief op de parkeerplaats in het kinderzitje vastsnoeren, met de riem die manlief voor die gelegenheid uit zijn spijkerbroek tovert.

Dochterlief betreedt aan papa’s hand verwachtingsvol het Franse Paradijs, terwijl ik ter voorbereiding mijn veters strik. Want ik moet het tempo er wel in kunnen houden, als ik de kar duw. De schuifdeuren gaan open, zoonlief begint te glimmen en ik versnel. Go go go!Manlief wijst strategisch naar links – “Kijk eens wat mooi, allemaal flesjes!” – terwijl hij met zijn andere hand behendig zijn broek omhoog houdt. Zoonlief kijkt verstrooid, terwijl ik op volle snelheid voorbij het speelgoedschap rechts stuur. Missie geslaagd, denken we. Ware het niet dat die Fransen overal speelgoed hebben neergezet. Zijn vingertje gaat vliegensvlug omhoog. “Fin leuk!”, horen we. Oh oh. “Fin leuk! Fin, leuk, mama! Fin leuk!!” Negeren en doorrennen. “FIN LEEEEUUUUK!!” Dankzij zijn volume kunnen we dochterlief gewoon haar gang laten gaan in die supermarkt, ze vindt ons karretje makkelijk terug. “FIN LEEEEUUUUK!!” Kurt Cobain zou jaloers zijn geweest op zijn bereik. Als we denken dat het probleem zich vanzelf oplost, omdat we die voetballen al lang voorbij zijn, zien we zijn vingertje alweer in de lucht priemen. “Fin leuk, mama!” Van voor en zachtjes af aan. Daar steken de staartjes van dochterlief ook weer over de kar. En besluiten we tot haar grote teleurstelling zo snel mogelijk het winkelparadijs, met haar bezoekers met nieuwverworven gehoorstoornis, te verlaten.

Als hij op zijn verjaardag naar bed gaat, vraagt hij of ik ook een leuke dag heb gehad. “Fin leuk!” zeg ik. En hij weet dat het goed is.

Categorieën: Columns